Besnijdenis jongen

Besnijdenis Jongen

Jongensbesnijdenis: hoe gaat dat?

De arts die de besnijdenis gaat doen zal eerst informeren of de jongen gezond is en controleren of er geen medische redenen zijn waarom de besnijdenis niet kan doorgaan. De arts geeft uitleg aan de ouders en beantwoordt vragen.

Als de jongen ouder is dan 6 maanden krijgt hij eerst het medicijn Midazolam, dit werkt sederend (hij wordt suffig, slaperig) en angst verminderend. Het medicijn wordt rectaal toegediend of via een neusspray. Het middel werkt heel snel, al na enkele minuten wordt de jongen rustig, maar hij valt meestal niet in slaap. Na ongeveer 3-4 uur is het uitgewerkt, tot die tijd dient u er op te letten dat hij niet alleen gaat lopen (hij kan wat duizelig en zwak zijn en daardoor vallen) en hem geen kleine dingen laten eten (pinda’s, snoepjes, etc,) omdat hij zich dan kan verslikken.

Daarna verdooft de arts de penis met enkele injecties xylocaine 2% met adrenaline. Deze prikjes doen even pijn, maar dit duurt maar kort. Voordat met de ingreep wordt begonnen controleert de arts eerst of de piemel goed is verdoofd. Dit wordt gedaan door in de voorhuid te knijpen met een klemmetje: dit mag de jongen niet meer voelen. Is de verdoving dan nog onvoldoende, dan wordt wat verdovingsvloeistof bijgespoten.

Pas als de arts er van overtuigd is dat de jongen niets meer voelt begint hij de ingreep met het losmaken van de voorhuid van de eikel. Daarna wordt de voorhuid opgetrokken en op het juiste niveau doorgeknipt. Ook de binnenlaag van de voorhuid (het binnenblad) wordt netjes ingekort. Met een elektrisch pincet worden de bloedende vaatjes dichtgebrand. Vervolgens wordt de huid van de piemel met enkele hechtingen vlak onder de rand van de eikel vastgehecht. Tenslotte wordt de piemel ingesmeerd met vaseline en kan de jongen zijn luier of onderbroek weer aan.

Ongeveer 1 uur na de besnijdenis begint de verdoving uit te werken. Dan kan wat napijn optreden maar dat duurt dan meestal maar kort. Paracetamol geeft dan goede pijnstilling. De hechtingen lossen na 2-3 weken vanzelf op en hoeven niet te worden verwijderd.

Voor ouders is de besnijdenis van hun zoon een bijzondere gebeurtenis. In ons centrum zijn de ouders bij de ingreep aanwezig om hun zoon af te leiden en gerust te stellen. Niet meer dan vier familieleden gaan mee in de behandelkamer, anders wordt het te druk. De jongen kan in traditionele kleding worden besneden en er mag tijdens de ingreep worden gefotografeerd. Uiteraard mag dit de arts niet hinderen tijdens de uitvoering van de besnijdenis.

Geen gebruik van klemmethode zoals Smartclamp of Plastibell
Besnijdenis Centrum Nederland maakt bewust geen gebruik van technische hulpmiddelen als de Smartclamp of de Plastibell. Deze devices zijn ontwikkeld om besnijdenissen te laten verrichten door artsen die de klassieke chirurgische techniek minder goed beheersen. In het verleden hebben wij de verschillende hulpmiddelen getest en we vonden de cosmetische resultaten niet goed. Verder traden er relatief veel problemen op en is het voor een jongen niet prettig om met een paar dagen een plastic klem op zijn penis te hebben. Een klassieke chirurgische besnijdenis, verricht door een ervaren operateur, verdient naar onze mening de voorkeur.

Redenen voor besnijdenis jongen

Redenen om een jongen te laten besnijden zijn:

  1. Religieuze verplichting tot besnijdenis.
  2. Medische indicaties: ‘Phimosis’ = een vernauwde voorhuid, waardoor deze niet meer over de eikel kan worden teruggetrokken. ‘Balanitis’ = terugkerende ontstekingen onder de voorhuid. ‘Lichen sclerosis’ = een huidaandoening waarbij de voorhuid verlittekend en vernauwd raakt.
  3. Hygiënische of preventieve redenen: o.a. minder risico op seksueel overdraagbare aandoeningen, waaronder HIV, preventie van vernauwde voorhuid en ontstekingen.

Wanneer kan een besnijdenis niet doorgaan?

In de volgende gevallen kan een besnijdenis niet doorgaan:

  1. Als de ouders of wettelijke verzorgers niet volledig achter de besnijdenis staan: zij moeten beiden de toestemmingverklaring hebben gelezen en ondertekend.
  2. Als de jongen op de dag van de besnijdenis ziek is en / of koorts heeft.
  3. Als de jongen minder dan drie dagen voor de besnijdenis een vaccinatie heeft gehad.
  4. Als de jongen medische problemen heeft en naar het oordeel van de arts daarom niet kan worden besneden, zoals forse luieruitslag, krentenbaard of wanneer de jongen lijdt aan een ernstige ziekte.
  5. Als de jongen veel buikvet heeft op zijn onderbuik, waarin de piemel verzonken is. In dit geval moet de besnijdenis worden uitgesteld tot de jongen wat ouder is en het buikvet is verdwenen. Teveel buikvet komt vooral voor bij zuigelingen vanaf 3 maanden.
  6. Als de jongen hypospadie heeft. Dat is een aangeboren afwijking van de piemel, waarbij de opening van de plasbuis niet op de top van de eikel zit maar lager op de schacht. Een jongen met hypospadie moet mogelijk worden geopereerd door de kinderuroloog, waarbij de voorhuid wordt gebruikt om de opening te sluiten.

Het is belangrijk dat ouders weten dat een besnijdenis soms niet kan doorgaan, zeker als na de besnijdenis een familiefeest is georganiseerd. Bij twijfel over de gezondheid adviseren wij om de afspraak voor de besnijdenis telefonisch te maken om te overleggen. Bij zuigelingen die nog veel buikvet hebben, kan eerst een (gratis) afspraak worden gemaakt om de jongen door ons te laten onderzoeken of de besnijdenis door kan gaan.

Leeftijd, pijn en angst

Wanneer de ouders hun zoon willen laten besnijden, dan adviseren wij om dit op zeer jonge leeftijd te laten doen. Een zuigeling die slechts enkele weken of maanden oud is, merkt – behalve van het prikje voor de verdoving – weinig van de besnijdenis. Daarom: hoe jonger, hoe beter!

Oudere jongens moeten door de ouders worden voorbereid op wat er gaat gebeuren. Ze moeten weten dat ze een prik krijgen die heel even pijn doet, en dat ze daarna van de besnijdenis niets meer voelen.  Het is de verantwoordelijkheid van de ouders dat ze aan hun zoon in voorzichtige bewoordingen vertellen  over wat er gaat gebeuren. Als een oudere  jongen totaal onvoorbereid naar de besnijdenis komt, dan leidt dat vaak tot angst, die kan worden voorkomen door goede uitleg vooraf. Besnijdenissen die onder algehele narcose in een ziekenhuis worden verricht vinden wij belastend voor een kind en onnodig duur (voor de ouders).

Toestemming ouders / wettelijke verzorgers

Voor de besnijdenis moeten de ouders / wettelijke verzorgers een toestemmingsverklaring hebben gelezen en beiden moeten deze verklaring hebben ondertekend. De ouders / wettelijke verzorgers verklaren daarin dat:

  1. Ze de arts nadrukkelijk verzoeken de besnijdenis bij hun zoon te verrichten en dus samen verantwoordelijk zijn voor het feit dat hun zoon besneden wordt.
  2. Ze zich realiseren dat een besnijdenis een medische ingreep is die in bijzondere gevallen kan leiden tot complicaties.
  3. Ze de algemene voorwaarden hebben gelezen over de zorg en de nazorg die Besnijdenis Centrum Nederland biedt en dat zij daarmee akkoord gaan.

Hoe verloopt de normale genezing?

De genezing verloopt in de meeste gevallen zonder problemen. Als na de besnijdenis de verdoving is uitgewerkt, kan wat napijn optreden en dan kan de jongen wat huilen. Dit gaat meestal vanzelf over na 30 tot 60 minuten. Vaak spelen de jongens dezelfde middag alweer. Bij een normaal herstel, zonder problemen, is de piemel 2 to 3 weken na de besnijdenis genezen.

Baden en vaseline

Het is heel belangrijk dat de jongen vanaf de dag na de besnijdenis, dagelijks 2-3 keer in bad of onder de douche gaat. Hij kan 5-10 minuten in een warm bad zitten, zonder zeep of shampoo. Daarna afdrogen, vaseline op de piemel smeren en dan de luier of onderbroek weer aan. U moet doorgaan met elke dag baden tot de piemel helemaal is genezen.

Pijnstilling

Pijnstilling met Paracetamol is meestal alleen nodig op de dag van de besnijdenis en de nacht erna. Als de jongen daarna nog pijn heeft of huilt kan nog enkele dagen Paracetamol worden gegeven.

Geel laagje op de eikel

Vooral bij zuigelingen komt tijdens de genezing vaak een wit of geel laagje op de eikel. Soms ziet de eikel er rood en vurig uit. Dit komt omdat de arts tijdens de besnijdenis eerst de voorhuid heeft losgemaakt van de eikel, hierdoor kunnen oppervlakkige schaafwondjes ontstaan. Onder het gele laagje is de eikel aan het genezen, zoals een schaafwond geneest onder een korstje. Na 7 tot 10 dagen is dat wit-gele laagje verdwenen en ziet de eikel er normaal uit.

Blauwe verkleuring van de huid

Soms wordt de huid van de piemel of de balzak blauw na de besnijdenis. Er is dan sprake van een bloeduitstorting. Dit ontstaat als bij de verdoving door een bloedvaatje is geprikt. Zo?n bloeduitstorting is niet erg, doet geen pijn en verdwijnt vanzelf na één tot twee weken.

Problemen die kunnen optreden na de besnijdenis

Door onze grote ervaring treden maar weinig problemen op na de door ons verrichte besnijdenissen. Maar er kunnen zich altijd complicaties voordoen en dan kan de genezing wat langer duren dan normaal. De volgende problemen kunnen optreden:

Nabloeding kort na de besnijdenis

Op de dag van de besnijdenis of eventueel de dag er na kan een nabloeding optreden. Een beetje bloed, een kleine rode plek in de luier, is normaal. Maar als het wondje blijft doordruppelen en de bloeding na 5-10 minuten afdrukken niet stopt, dan kan de eerste 48 uur na de besnijdenis dag en nacht contact worden opgenomen met de arts van het besnijdeniscentrum. Als dat nodig is zal de arts de jongen terugzien op de plaats waar hij is besneden, om de nabloeding te stoppen. In onze centra treden nabloedingen gelukkig maar zelden op, in minder dan 1% van de besnijdenissen, maar het kan altijd gebeuren.

Late nabloeding, langer dan 2 dagen na de besnijdenis

Bij een besnijdenis langer dan 2 dagen geleden kan het wondje soms ook wat gaan bloeden. Dit is nooit ernstig. Meestal komt dit door een erectie: ook bij een kleine jongen wordt de piemel elke dag een paar keer stijf. Hierdoor kan het wondje van de besnijdenis worden opengetrokken. Als meer dan twee dagen na de besnijdenis een bloeding optreedt dan adviseren wij de volgende behandeling: zet de jongen 10 minuten in bad met de piemel onder water, droog hem daarna af, smeer ruim vaseline op het wondje en doe de luier aan. Daarmee stopt het bloeden vrijwel altijd.

Niet kunnen plassen

Soms hebben jongens na de besnijdenis moeite met plassen. Als de jongen op de avond na de ingreep nog niet heeft geplast, moet hij in bad worden gezet. Bijna altijd plast hij dan in het warme badwater en dat is geen probleem want in urine zitten geen bacteriën. Doet hij dat niet, dan moet u contact worden opgenomen met de dienstdoende arts van het besnijdeniscentrum.

Infectieverschijnselen zonder pijn

Na de besnijdenis kan een lichte infectie ontstaan van het wondje. De piemel wordt dan wat rood en dik en er kan wat geel wondvocht ontstaan. Aanraken of drukken op de wat gezwollen huid van de penis is dan niet pijnlijk. Door de jongen dan twee keer per dag in bad te zetten geneest de infectie meestal vanzelf.  Behandeling met medicijnen is maar zelden nodig.

Infectie met pijn

Als de huid van de penis rood en dik wordt met steeds meer pijn, dan is er een infectie die soms wel moet worden behandeld met medicijnen (antibiotica). Een wondinfectie ontstaat altijd pas een paar dagen na de besnijdenis. Als een zuigeling pijn heeft, dan gaat hij veel huilen, slecht slapen en slecht drinken. Grote jongens vertellen dat ze pijn hebben. Bij toenemende roodheid en zwelling van de penis met toename van de pijn moet contact worden opgenomen met een arts. U kunt hiervoor een afspraak maken met uw huisarts of u kunt bellen met de arts van het Besnijdenis Centrum.

Koorts

Koorts door een besnijdenis komt bijna nooit voor. Alleen bij een ernstige infectie aan de piemel kan dit optreden. Als een jongen koorts krijgt na een besnijdenis, dan heeft dat bijna altijd een andere oorzaak: een virusinfectie, een oorontsteking, doorkomende tandjes. Als een jongen ziek wordt met koorts, is het dus nodig om naar de huisarts te gaan voor onderzoek naar de oorzaak en eventuele behandeling.

Wondje wat opengaat, hechting los

Soms gaat kort na de besnijdenis een hechting los en kan het wondje open gaan. Dit komt meestal door een erectie: als de piemel stijf wordt dan trekt dit aan het wondje. Dit is niet erg, het wondje geneest daarna vanzelf, waarbij de wondranden naar elkaar toegroeien. Bij traditionele besnijdenissen wordt helemaal niet gehecht en daarbij groeit de huid ook altijd vast. De genezing kan wel wat langer duren als de wond is gaan wijken. Dagelijks baden is belangrijk en alleen bij toename van de pijn is het nodig contact op te nemen met een arts.

Het ziet er niet goed uit

Kort na de besnijdenis kan de piemel er soms niet mooi uitzien. Het kan dik en rood zijn en het kan scheef lijken. Dit komt door zwelling van wondvocht. Als de jongen geen pijn heeft, speelt, goed drinkt en slaapt, dan is dat niet erg. De zwelling en de verkleuring verdwijnen vanzelf. Na 2 tot 3 weken gaat het er normaal uitzien. Als 3 weken na de besnijdenis het er nog steeds niet goed uitziet, dan kunt u een afspraak maken voor een nacontrole door een arts van het Besnijdenis Centrum. Ter geruststelling: door onze jarenlange ervaring weten we dat het vrijwel altijd vanzelf goed komt en dat het eindresultaat mooi is.

Ernstige complicaties

In uitzonderlijke gevallen kunnen ernstige complicaties optreden na een jongensbesnijdenis, zoals een ernstige bloeding, een uitgebreide infectie van de huid van de penis en de balzak, een vernauwing van de opening van de plasbuis, een beschadiging van de eikel, het ontstaan van een verbinding tussen plasbuis en de huid (fistel), een vernauwing van een deel van de huid dat is achtergebleven waardoor plassen wordt belemmerd.

Door de grote ervaring van de artsen van het Besnijdenis Centrum Nederland is de kans op dit soort complicaties heel klein, maar nooit helemaal afwezig. Als er toch complicaties optreden, dan maken we een afspraak voor een nacontrole waarbij we de patiënt onderzoeken en advies geven over wat er moet gebeuren. Als verdere behandeling dan nodig is dan voeren we dat zelf uit of verwijzen we daarvoor door naar een specialist in een ziekenhuis.

Nazorg

Tot twee dagen na de besnijdenis kunt u dag en nacht bellen met de arts van het Besnijdenis Centrum als er acute problemen optreden, zoals een bloeding. U krijgt na de besnijdenis een informatiefolder mee, waarop alle adviezen voor de nazorg staan uitgelegd en ook het telefoonnummer wat u dan kunt bellen bij problemen. Als de besnijdenis langer dan twee dagen geleden is, dan kunt u bij problemen elke werkdag bellen met het Besnijdenis Centrum tussen 9 en 17 uur. Acute problemen treden dan niet meer op: infecties ontstaan nooit plotseling, maar altijd geleidelijk. (Zie ook bij Downloads het formulier ‘Nazorg jongen’, in diverse talen).

Telefonisch interview naar resultaat en tevredenheid

Ongeveer 6 weken na elke door ons verrichte besnijdenis bellen wij met de ouders. Wij vragen dan of de genezing goed is verlopen en of de ouders tevreden zijn over het resultaat en van de besnijdenis over onze dienstverlening. Als daar aanleiding voor is maken we een afspraak voor een nacontrole. Uit dit onderzoek blijkt dat de onze resultaten heel goed zijn. Het aantal nabloedingen, infecties en andere complicaties is heel laag en de tevredenheid over BCN is zeer hoog: op een schaal van 1 tot 10 scoren wij gemiddeld een cijfer van 8,9.

Kosten en vergoeding

De kosten voor een besnijdenis van een jongen tot 16 jaar bedragen   325, – euro. De kosten van een besnijdenis wegens religieuze of culturele redenen worden niet vergoed vanuit het basispakket. Wanneer er sprake is van een medische reden kan uw verzekering de kosten mogelijk geheel of gedeeltelijk terugbetalen, maar dat dient u zelf met hen te overleggen.

Klachten en geschillen

Procedure klachten en geschillen van Besnijdenis Centrum Nederland 2018

Wanneer een patiënt of de ouder van een patiënt een klacht heeft over een behandeling of een bejegening, dan kan deze worden ingediend bij de arts / directie van Besnijdenis Centrum Nederland. Een lid van de directie gaat dan met de klager in gesprek over deze klacht. Als dit gesprek niet tot een oplossing leidt, dan wordt de klachtenfunctionaris ingeschakeld door de arts / directeur. De klachtenfunctionaris gaat dan met de patiënt en met de arts in gesprek. Als bemiddeling niet lukt, zal de klachtenfunctionaris de patiënt vragen de klacht op schrift te stellen. Desgewenst kan de klachtenfunctionaris daarbij helpen. Vervolgens onderzoekt de klachtenfunctionaris de klacht; de arts en eventuele andere betrokken zorgverleners wordt om een reactie gevraagd. De klachtenfunctionaris neemt tijdens deze procedures de principes van hoor en wederhoor in acht. De klager ontvangt na behandeling van de klacht een brief van de arts met zijn bevindingen over de klacht. De arts vermeldt daarin welke beslissingen over en naar aanleiding van de klacht zijn genomen. Als de zorgaanbieder besloten heeft bepaalde maatregelen te treffen, staat in de brief wanneer die zullen zijn gerealiseerd. De klachtenfunctionaris kan helpen bij het opstellen van deze brief.

Als het gaat om een klacht waarbij meerdere zorgverleners in de zorgketen zijn betrokken, kan de klachtenfunctionaris ook de andere zorgverleners betrekken in de behandeling van de klacht. Dat betekent dat een patiënt zijn verhaal maar één keer hoeft te doen en niet over dezelfde situatie bij meerdere instanties een klacht hoeft in te dienen.

Regionale geschillencommissie  

Als het niet lukt om de klacht met behulp van de klachtenfunctionaris weg te nemen, kan de klager zijn klacht – dan een geschil – voorleggen aan de geschillencommissie waar Besnijdenis Centrum Nederland bij is aangesloten. Desgewenst kunnen wij u ook direct in contact met de geschillencommissie brengen zodat u de klacht zonder onze bemiddeling aan hen kunt voorleggen.

Terug naar boven